109. Bijenorchis en bijen
De bijenorchis is een mooie en zeldzame plant. De bijenorchis heet officieel Ophrys apifera en is inheems en vrij zeldzaam in Nederland. In Zuid-Limburg en in de duinen zijn de meeste vindplaatsen en de laatste jaren gaat het met de bijenorchis in ons land tamelijk goed. Verder naar het Zuiden, richting Middellandse Zee, is het een vrij gewone plant. Maar net zo mooi!
Bijenorchis met een mooie tekening op de lip
Bijenorchis, de naam
Ik begin bij naam van deze orchidee. In ons land hebben we een aantal orchideeën met een insect of een andere geleedpotige in de naam: hommelorchis, keverorchis, vliegenorchis, wespenorchis, spinnenorchis, wantsenorchis, muggenorchis en dan nog de bijenorchis. Dat is natuurlijk niet toevallig. Deze soorten horen niet allemaal in dezelfde familie thuis, maar allemaal hebben ze een typisch uiterlijk dat blijkbaar aan het genoemde insect deed denken. Het blijkt dat een aantal van deze orchissen ook niet toevallig op een bepaald insect lijken: ze worden bij voorkeur bestoven door hun naamgever. Maar dat is zeker niet bij allemaal het geval.
Op een rijtje de Nederlandse en Belgische orchideeën met dit soort namen en de bestuivers:
- Ophrys apifera (bijenorchis) door zelfbestuiving,
- Ophrys sphegodes (spinnenorchis) door zandbijen,
- Ophrys insectifera (vliegenorchis) door mannelijke graafwespen,
- Ophrys fuciflora (hommelorchis) door langhoornbijen en zweefvliegen,
- Anacamptis coriophora (wantsenorchis) door bijen en hommels; deze plant is verdwenen uit Nederland,
- Gymnadenia conopsea (grote muggenorchis) door vlinders als kolibrievlinder en klein avondrood,
- Neottia ovata (grote keverorchis) door kevers en sluipwespen,
- Epipactis helleborine (brede wespenorchis) door gewone wespen.
De score is dus niet hoog. De meeste associaties tussen orchideeën en insecten zitten blijkbaar bij de mensen tussen de oren.
Orchideeën soorten en leefwijze
De namen orchis en orchidee worden in het Nederlands soms door elkaar gebruikt, dat kan verwarrend zijn omdat 'Orchis' ook een orchideeënfamilie is, maar dan met een hoofdletter en in de Latijnse plantennamen vaak cursief gedrukt. Orchis en orchidee zijn beide afgeleid van het Griekse orchis wat teelbal, testikel betekent. Dat lijkt een vreemde associatie, maar heel veel inheemse orchideeën hebben ondergronds twee, vaak wittige wortelknollen. Die knollen dienen voor de opslag van reserve voedsel. Ieder jaar wordt de ene verbruikt om boven de grond te komen en de andere wordt gevuld voor volgend jaar.
Niet alle orchideeën hebben wortelknollen. Er zijn meer dan 20.000 soorten, de een na grootste groep planten, en meeste groeien in de tropen. Sommige hebben daar in de tropen zeer vreemde vestigingsplaatsen zoals op een laag mos of op boomtakken. Degenen die op de boomtakken groeien hebben vaak luchtwortels, die meters lang kunnen worden. De poreuze 'huid' van deze wortel wordt o.a. gebruikt voor de opslag van water. In Nederland en België hebben we maar een veertigtal soorten en die groeien allemaal gewoon op de grond.
Een bijenorchis (albino?) met bladgroen maar zonder kleur. Het gele bolletje is stuifmeel
Waarschijnlijk hebben alle orchideeën wel een vorm van voedselopslag want ze zijn allemaal afhankelijk van een intensieve samenwerking met schimmels. Als puntje bij paaltje komt, maken bijna alle planten gebruik van schimmels bij het opnemen van voedsel uit de grond, maar bij orchideeën is het heel extreem. Bijvoorbeeld het zaad van orchideeën is uiterst fijn en dat is goed voor de verspreiding, maar er zit totaal geen reserve voedsel in. Het zaad moet dus eerst contact maken met de goede schimmel voordat het kan kiemen en kan gaan groeien. Gedurende het leven van de orchidee moet de samenwerking met de schimmel blijven bestaan: de orchidee kan niet zonder. Die samenwerking tijdens de kieming is natuurlijk puur parasiteren door de orchidee. Maar in de meeste gevallen verandert dit later, want de orchidee heeft meestal bladgroen en kan dus voedingsstoffen leveren aan de schimmel. Een enkele keer komt bij ons een orchidee voor die geen of bijna geen bladgroen heeft. Waarschijnlijk is dat een foutje in de chromosomen, maar het feit dat deze plant toch kan groeien en zelfs bloeien betekent dat deze dus volkomen parasitair leeft! Een jaar of tien geleden stond in een bos bij mijn woonplaats een 'albino' wespenorchis die het een aantal jaren met verschillende bloeitakken heeft volgehouden. Waarschijnlijk was daarna de schimmel uitgeput. In Frankrijk heb ik wel eens een bijenorchis gezien die wel bladgroen had, maar de bloemen waren helemaal wit.
Een albino vorm van de wespenorchis, die zich een paar jaar als parasiet heeft kunnen handhaven
In Nederland groeien de meeste orchideeën en de meeste soorten in Zuid-Limburg en tegenwoordig bij de kust en in de duinen. In Zuid-Limburg lijken de orchideeën achteruit te gaan, terwijl aan de kust de situatie stabieler lijkt. De twee locaties wijzen erop dat kalk voor orchideeën gewenst is, maar of dat nodig is voor de plant of voor zijn schimmel is niet duidelijk. We weten nog zo weinig over wat er onder de grond gebeurt bij planten.
De meeste soorten orchideeën groeien in de tropen zoals gezegd. De meeste van onze orchideeën in huis als potplant of als snijbloem stammen af van wilde tropische orchideeën. Er is maar één soort waar de mens iets mee doet, behalve er naar kijken, dat is de vanille. Vanille is de vrucht, een lange bes, waarvan de bloem bij de teelt met de hand bestoven moet worden omdat de natuurlijke bestuiver, een bijensoort, buiten Mexico niet voor komt. Bovendien is er iedere nacht maar één bloem open van een tros! Daarna moet de rijpe bes een aantal maanden worden gedroogd en dan nog eens gefermenteerd! Vandaar de idioot hoge kiloprijzen van vanille. Saffraan is trouwens nog duurder: dat zijn de stampers van een krokussoort!
Verrassend vind ik dat zo'n bijzondere plant wat betreft aantal soorten, groeiplaatsen en uiterlijk zo weinig bijzondere ecologische kanten heeft. Ik ben niets tegenkomen over andere planten of dieren die een bijzondere relatie hebben met een orchideeënsoort. Behalve die schimmels dan, maar daarvan heb ik toch het gevoel dat de schimmel eigenlijk wel zonder de orchidee kan en dat het geen echte symbiose is. Misschien is gewoon mooi zijn ook al ecologisch verantwoord.
De bloemen staan ondersteboven
De bloemen van orchideeën zijn meestal heel bijzonder, niet alleen van kleur maar ook van vorm. Toch zijn de basisvormen heel gewoon: een orchidee heeft 3 kelkbladeren en 3 kroonbladeren: het standaard bouwschema van eenzaadlobbige planten zoals grassen, lissen, tulpen en palmen. Toch heeft de orchidee er iets heel bijzonders van gemaakt. De drie kelkbladeren staan achteraan, bij de bijenorchis zijn ze groot en rozig paars, maar bij sommige andere orchideeën zijn ze relatief klein. De drie kroonbladeren zijn het meest verrassend. De linker en de rechter zijn ongeveer even klein, soms zelfs zeer klein en meestal groenig, maar de middelste, de lip, is de blikvanger. Bij de bijenorchis is dat een bolle bruine lip met een gele tekening: de landingsbaan voor de insecten, die de bijenorchis overigens niet nodig heeft. Boven deze lip hangen twee bolletjes stuifmeel en achterin zit de stamper. En dan de verrassing: als de bloem zich 'normaal' zou ontwikkelen zou de lip boven zitten! De bloem draait een halve slag! Alle orchideeën schijnen met dit probleem te zitten, maar een paar soorten draaien niet om de stengel, die buigen achterover zo dat de lip toch onder komt te zitten! In eerste instantie kon ik op foto's van bijenorchis en familieleden geen spoor vinden van gedraaide steeltjes aan de bloemen, maar het blijkt dat het op foto's van poppenorchis en dergelijke nog het best te zien is. Die hebben een open bloemtak en misschien wat groeven op de bloemsteel.
Gedraaide bloemstelen bij een orchidee. Dit is een zeldzame kruising van poppenorchis en soldaatje.
Waarom hebben orchideeën een onderlip aan de bovenkant ontwikkeld? Men neemt aan dat de lip oorspronkelijk bedoeld was als afdakje waaronder het stuifmeel zich ontwikkelde. Later bleek waarschijnlijk dat een landingsbaan met speciale kleuren om insecten te lokken toch nuttiger was. Maar er is vervolgens wel weer een kleiner afdakje ontstaan voor de stuifmeelbolletjes. En daarna heeft de bijenorchis het insectenbezoek afgeschaft! Orchideeën blijven fascinerend.
Jan van Dingenen - 2018
Naschrift
Dit artikel is deel een serie waarbij de lezers van De Natuurgids een wilde, inheemse plant mochten kiezen en ik zou dan proberen daar een artikel over te schrijven. Onderstaand de artikelen in deze serie die nu op deze site staan.
- 107. Grondster: plant zonder vaste verblijfplaats
- 108. Wolfskers: mooi, beetje eng en zeer giftig
- 110. Goudveil, bescheiden maar kieskeurig
- 111. Moesdistel, een vriendelijke distel